Text Size

 

 

Pootje  pootje

 

 

Tegenover de oude tafeltennisfabriek van Cor du Buy in de Molenwal lag de snoepwinkel van Pootje, min of meer verborgen tussen twee woningen weggemoffeld. De binnenkomst van de potentiële snoepkont werd verraden door een uiterst ingenieus en tegelijkertijd primitief belletje dat via een touwtje in beweging gezet wordt door de deur. Er zijn een aantal belangrijke omstandigheden die de jeugdige delinquenten, zoals Gerardje Treffers, die dit etablissement regelmatig bezoeken een belangrijk tijdsvoordeel geven. De aanlooptijd van Pootje naar de toonbank varieerde namelijk van 62 tot 73 seconden.

Dit werd vooral veroorzaakt door de deplorabele toestand van de motoriek van de 77 jarige Pootje. Daarnaast kon die aanlooptijd behoorlijk verlengd worden door twee kapotte buizen van Eustachius. De kleine Treffers dacht dat de beperkte geluidsontvangst vooral veroorzaakt werd door de enorme bossen haren die rond in, en uit de gigantische oren van Pootje ontsprongen. Hoe dan ook, tijd genoeg om even proletarisch te winkelen. De buit bestond meestal uit wat snoepjes die uitnodigend onder glazen stolpen op de toonbank uitgestald waren. Als Pootje dan strompelend zijn survivaltocht vanuit zijn bedompte woonkamer via het donkere gangetje naar de toonbank beëindigd had, was er vaak geen klant te bekennen.

Binnensmonds vloekend en tierend aanvaardde hij de terugtocht naar zijn begeerde fauteuil. Het kon zomaar gebeuren als hij die bereikt had en hij er eindelijk neerplofte, de bel weer vrolijk rinkelde. De aanlooptijd kon zich zo gemakkelijk verdubbelen. De specialiteit van Pootje was de losse verkoop van dropjes of ’muizen’ (marshmallows). Als kind kon je voor een kwartje al gauw 100 dropjes kopen. De schaduwzijde van Pootjes specialiteit was dat hij ze zelf op de enigszins beschimmelde toonbank moest uittellen. Dit leidde vaak tot verhitte discussies. Als hij bijvoorbeeld bij nummertje 79 was kon de kleine Gerard heel stellig beweren dat het nummer 78 was, daar Pootje geen systeem in het tellen had aangebracht kon hij vloekend weer opnieuw beginnen. Ook kon de wispelturige Treffers junior besluiten 'over te stappen' van de dropjes naar de muizen op het moment dat Pootje met trillende stem de honderd naderde. De oplettende lezer zal

inmiddels de conclusie getrokken hebben dat de bijnaam 'Pootje' een verwijzing is naar zijn gebrekkig looppatroon, niets is echter minder waar.

De eretitel Pootje heeft te maken met één van zijn weergaloze specialiteiten, namelijk de losse verkoop van augurken. Deze augurken bevonden zich in een grote glazen pot. Van buiten kon je nauwelijks enige augurken ontdekken omdat er van alles en nog wat in die pot krioelde. Als kind kon je gebiologeerd staren naar wat alles er aan je voorbijdreef. Het varieerde van zeewier, in een donkerbruine soep, waarin allerlei pitten zaten tot een donkerbruine, geelachtige smurrie. Sommige beweerden ook tentakels van enge beesten gezien te hebben. In de loop van de jaren van hun bestaan had zich in de pot een speciale cultuur geëvolueerd, die associaties opriep met een kijkje in de onderwereld. Voor 5 cent kon je een augurk bemachtigen.

pootje 2

De overmoedige nieuwkomer die door de vaste clientèle van Pootje uitgedaagd werd tot de aankoop van een dergelijke culinair hoogstandje, werd gedompeld in een schouwspel waarvan zelfs Hitchcock zich angstig in zijn graf omgedraaid zou hebben. Allereerst ontvouwde Pootje een gekreukeld stuk van de Telegraaf op de toonbank. Daarna tilde hij de ‘de pot des onheils’ op de toonbank. Door deze beweging werd een levendig schouwspel in de pot zichtbaar, waardoor, bij de nietsvermoedende klant het klamme zweet zich snel uitbrak. De pot met augurken was ongeveer 35 cm hoog. Aangezien Pootje geen gebruik maakte van hulpgereedschappen om de verborgen stukken augurk uit de oersoep te vissen gebeurde e.e.a. met zijn tien geboden. Pootje moest daarvoor zijn mouwen oprollen. Met zijn zwartomrande nagels en ongewassen handen ontblootte Pootje een stukje onderarm wat een ongekend schouwspel opleverde.

De arme klant moest in dit stadium ondersteund worden. De aanblik van de onderarm had een opvallende gelijkenis met wat er in de pot zweefde. Haren die enigszins verward alle kanten opwezen in een palet van een pokdalige huid met hier en daar een verkleurde moedervlek die door zijn grillige vorm en dikte een dermatoloog een slapeloze nacht zou bezorgen. Op het ‘moment suprême’ verdween zijn hand met een belangrijk deel van de onderarm in de pot met augurken De klant die in pure waanzin deze nachtmerrie probeerde te ontvluchten, werd door ‘zijn vrienden’ stevig vastgehouden.

 

Pootjes hand begon in de poel des verderfs een zoektocht naar een stukje augurk. Door de volmaakte symbiose was de onderarm van Pootje een natuurlijk onderdeel van de pot geworden. De zoektocht werd af en toe onderbroken door in de buitenwereld van de pot een onbestemde materie te inspecteren, om te kijken of het als een stuk augurk geïdentificeerd kon worden.

Na enige vergeefse pogingen slaagde deze zoektocht en werd het begeerde object met enig materiaal en vocht vanuit de onderarm van Pootje in de Telegraaf gewikkeld. Terwijl Pootje het vocht verder van zijn onderarm schudde vroeg hij onverstoord of de klant er piccalilly bij wilde. Bleek nee schuddend, verliet de klant na betaling van een stuiver kokhalzend de winkel. Pootje bedekte zijn pootje weer met zijn bevlekte blouse en strompelde tevreden naar zijn woonkamer terug.

 

Pin It