Mees de Haan, voorzitter van de postduivenvereniging ‘De Zwaluw’ heeft één grote passie in zijn leven: ‘de eerste zijn!’. De voortekenen waren duidelijk. Bij de geboorte van Mees stierf zijn moeder in het kraambed. Oorzaak: ‘Fluxus post partum’ bloedverlies dat ontstaat als de placenta niet loslaat tijdens de bevalling. De baarmoeder trekt niet goed samen. Simpel gezegd: Mees probeerde voor zijn beurt naar buiten te komen en sorry dat ik het moet zeggen, maar hij had zijn eerste slachtoffer gemaakt voor hij goed en wel geboren was! In zijn ontwikkeling ging het niet veel anders. Ver voor de terror-uil in Purmerend landelijke bekendheid kreeg was de terror-mees al een begrip in de peuterdagopvang.
In zijn tweede levensjaar deelde Mees al de lakens in het kinderparadijs uit, dit tot wanhoop van de dienstdoende juffrouw die de kleine etter wel kon schieten. De consultatiebureauarts kwalificeerde het gedrag van Mees als: onzekerheid afgedekt door dominant gedrag. En voilà: Mees had zijn eerste medische vrijbrief, hij was van kleine etter gepromoveerd tot patiënt. Mees gaf het begrip wederkerigheid een nieuwe betekenis: namelijk dat de ander precies moest doen wat hij dicteerde. Later in groep 4 gaf de schoolbegeleider ook blijk van een vernieuwd inzicht. “Tot nu toe keken we wat het kind mankeert, maar we moeten veel meer uitgaan van hoe we ons gedrag als opvoeders moeten veranderen om het gedrag van het kind te veranderen”. Mees kon zich in dit voortschrijdend inzicht wel vinden.
In de loop der jaren had hij zich de lijfspreuk van Bassie de Clown, ‘alles is voor Bassie’ toegeëigend onder het motto ‘voor Mees het meest’ Pas in de puberteit kon men pas zijn definitieve diagnose stellen, maar toen was het al te laat: Mees was een narcist! Hoe kan een narcist als Mees zo’n belangwekkende functie als voorzitter van de postduivenvereniging bekleden? Dat is ook niet zo eenvoudig, daar ging een hele strategie aan vooraf. Allereerst herkende hij in de postduiven geestverwanten, namelijk door het belangrijkste doel in het leven te delen: ‘de eerste zijn’. Bovendien beviel hem het idee dat de ander, in dit geval de duiven, het vuile werk opknapten en hij met de eer kon strijken. Aanvankelijk maakte de Haan indruk op de duivenmelkers door gepassioneerd over het intieme leven van de duif te spreken.
Hij kon zijn emoties soms de vrije loop laten als zo’n edel diertje de eindstreep niet haalde en uitgeput in de middle of nowhere het leven liet. Mees was een natuurliefhebber, het ging hem niet om het geld of de eer. De Haan kon op hoge poten iemand de les lezen, die niet overtuigd was van het sportieve karakter van de duivenmelkerij in het algemeen en hemzelf in het bijzonder. Zoals bekend, kunnen narcisten zeer overtuigend liegen. Hij pakte het duivenhouders volkje moeiteloos in met zijn warme persoonlijkheid en zelfverzekerde praatjes. Duiven was niet zijn passie maar zijn leven! Totdat…. Hij als voorzitter van ‘De Zwaluw’ gekozen werd. De clubleden kregen al gauw door dat een narcist zich op een charmante, lieve begripvolle manier aan je vastketent om vervolgens zijn ware karakter van psychisch misbruiker en sadist te openbaren.
Mees speelde clubleden onderling uit, hij had kritiek op alle voorstellen en initiatieven van de duivenmelkers, schreef successen aan zichzelf toe en combineerde dat met een mix van misplaatst zelfvertrouwen en fnuikende arrogantie. Als een Haantje met opgestoken borst begaf hij zich onder het plebs van de gewone duivenliefhebber. Al gauw haalden de duiven van Mees alle ereplaatsen. Hij had daarvoor speciale technieken ontwikkeld. Zo scheidde hij de doffers (manlijke duiven) van de duivinnen of liet ze soms even bij elkaar, zodat ze na een gedwongen afscheid als een speer naar huis vlogen. Volgens Mees was dit geen doping maar ‘natuurlijke stimulatie’. Maar al snel nam Mees zijn toevlucht tot corticosteroïden, anabole steroïden, bèta-agonisten en diuretica. Mees begon internationale prijzen te winnen, het leek wel of de gebraden duiven hem zo in zijn mond vlogen
Dat hij op deze manier onder de duiven van zijn collega’s schoot, boeide Mees niet. Hij hield zich vast aan het oude spreekwoord: wie duiven houdt kan het geld zien stuiven en om het geld te laten stuiven moesten alle middelen ingezet worden. Mees dacht dat er geen haan naar zijn bedrog zou gaan kraaien. Nee, alleen de Haan zelf kraaide altijd koning. Zijn ‘renpaarden van het luchtruim’ moesten triomferen. Zijn identiteit was daarmee verweven. Uiteindelijk werd hij door prof. Dr. Patrick Derycke, een Belg ontmaskert. Van hem was de uitspraak: “Het gaat niet meer om de beste duiven in de duivenmelkerij, maar om de beste recepten”. Hij was er dan ook als de kippen bij om Mees te onttronen. Hij noemde Mees de Haan “een vreemde vogel, die in de duivensport niet thuishoort en die de zaak verziekt” Dat de Haan ook een gladde vogel was bleek wel toen hij na zijn bedrog snel gevlogen was. De clubleden hebben nooit meer iets van hem gehoord, hij is niet meer op zijn honk teruggekeerd zoals zijn duiven deden. Mees de Haan is hier nooit meer boven opgekomen, uiteindelijk heeft hij zichzelf op 27 jarige leeftijd van het leven beroofd.
Net als zijn geboorte voor zijn beurt……….
reacties: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.