Text Size

 

kanPater Kan

 

Pater Kan was met zijn ruim twee meter lengte gekleed in een zwarte pij, een imposante verschijning. Zijn handen behoorden tot de categorie kolenschoppen, hij had een grof gezicht, tegenwoordig zou hij gerekend worden tot de acromegalie patiënten. Zijn handelsmerk waren verschillende grote rode zakdoeken die in de mouwen van zijn pij verborgen zaten en met enige regelmaat, gebruikt of niet gebruikt eruit vielen.

Als hij zijn gigantische neus snoot, leek het wel of het luchtalarm afging, je zag mensen naar binnen vluchten en onder de trap schuilen. In de kerk waren zijn favoriete donderpreken gevreesd en tegelijk bewonderd. Onze bewondering betrof zijn ongeëvenaarde positie op de ranglijst: Wie kan het snelst een Latijnse mis afraffelen, ranglijsten die wij overigens minutieus bijhielden. Het bewijs van zijn vakmanschap was bijvoorbeeld te zien in een kerkelijk ritueel, waar op een gegeven moment vijf kruizen geslagen moesten worden.

Kan, beheerste als geen ander de fijne motoriek van zijn grote handen, door de kruisbewegingen vloeiend in elkaar over te laten lopen, op een wijze die zo weinig mogelijk tijd in beslag nam. Alleen pater Turlings benaderde de tijd van Kan, maar die miste drie vingers, zodat arbitraal niet altijd precies vastgesteld kon worden of hij daadwerkelijk kruisen sloeg. Kan had technieken ontwikkeld die hij afgekeken had bij het concours hipique, waarbij sommige ruiters een kortere, moeilijke route namen om tijd te winnen. Zo prevelde Kan gewoon door als de collecte gehouden werd. Soms ging hij zelfs prevelend de kerk uit.

Als er enig oponthoud was in de rij wachtende voor de communie, draaide hij zich om en ging verder met prevelen. De eerlijkheid gebied dat onze kennis van Latijn niet altijd toereikend was om te controleren of hij inderdaad alle heilige teksten afgeraffeld had.

Maar zijn, bij mijn weten in 50 jaar ongeëvenaarde record Latijs prevelen staat nog steeds op 16 minuten en 20 seconden.

Pater Kan gaf ons ‘bijles’ in de ‘rechte, katholieke leer’ toen we de Chr. HBS bezochten in Culemborg. Deze Paapse dwaalleraar, werd niet in het refo kenniscentrum getolereerd. We kregen zijn bijles in een van de kamertjes van het nonnenklooster. Pater Kan had een belangrijk ‘leitmotiv’ namelijk: Wat Kan kan, kan Kan alleen. Hij werd niet gehinderd door minderwaardigheidsgevoelens of zelfonderschatting. Hij had een brede wereldvisie, die geen tegenspraak duldde.

Kan wekte onze interesse door de eerste les te vullen met een uitgebreide verhandeling over de noodzaak van seksuele voorlichting. Het kwam er op neer dat ze in de bekrompen, ingeslapen kringen van het christelijk onderwijs ‘de ballen’ niet hadden om leerlingen fatsoenlijk voor te lichten. Hij zou in deze leegte het komende jaar ruimschoots in voorzien.

Wij wilden nu ook wel eens de smerige details weten en namen ons voor zijn lessen te bezoeken. Waarschijnlijk zullen we de inhoud van zijn lessen achteraf verkeerd begrepen hebben. We kregen het hele jaar te horen hoe belangrijk seksuele voorlichting was, maar kregen verder geen inside informatie van de hoed en de rand. Een docent in Leuven vertelde me ooit eens dat hij maar één les vooruit liep op zijn leerlingen. Ik verdacht Kan daar ook van.

kan 2

Of zoals iemand anders het uitdrukte: "Als je de sport niet beoefent moet je er ook niet over lullen." Pater Kan had een horizontaal gerichte visie over godsdienstonderwijs. Toen zijn lessen seksuele voorlichting strandde op het ontbreken van belangrijke informatie, besloot hij in de gymzaal van de zusters een basketbalvereniging op te richten die hij ‘Golddiggers’ noemde. Hij deed enkele spectaculaire aankopen, zoals voor ieder lid een gratis trainingspak en gymschoenen. Toen in de jaren zestig was dat een geweldige boost voor ons ego als eerste klassertjes.

De Golddigers waren gekleed in een zwart trainingspak van boven afgezet met een gele strook. Pater Kan deed de naam van de golddigers maar ook zijn leidmotief: wat Kan kan, kan Kan alleen, eer aan, steeds bleken er weer op een wonderlijke manier gelden vrij te komen, om aan de vooruitstrevende doelen van Kan, inhoud te geven. Hij dacht erover om binnen een jaar de wereldkampioen Rusland uit te dagen. Er werden zelfs trainingskampen georganiseerd.

Ik herinner me zelfs nog een trainingskamp in het oude AHOY, waar we naast het veld van de landelijk kampioen Landlust trainden. Na een paar trainingen en vele guldens verder begon Kan zichtbaar te twijfelen aan zijn zichzelf gestelde doelen. Hij nam zijn toevlucht tot onconventionele trainingsmethoden. Iemand die een vrije worp miste werd getrakteerd op een oplawaai met een van zijn kolenschoppen.

kan 3

Een tactische fout werd in een sensitivity sessie besproken. Kan brandde de ongelukkige helemaal af en moedigde kritiek van andere in de groep aan. Als er dan niets meer overgebleven was van de identiteit of persoonlijkheid van zo’n jongen, en deze snikkend bekende dat hij het doodschoppen niet waard was dan bouwde Kan weer aan een ‘Golddigersidentiteit’

Zo transformeerde hij de basketbalclub tot een sekte. Toen de bodem in zicht kwam van de goudmijn waar Kan zelf uit putte en de resultaten van zijn club nogal teleurstellend waren, bleek Kan opeens verdwenen te zijn. Sommige kwade tongen (refo’s) beweerden dat pater Kan achter slot en grendel zat, omdat hij op creatieve manier de collectegelden besteed had voor één van zijn eigen projecten.

Anderen beweerden dat hij naar de oerwouden van Afrka gevlucht was, waar hij een vrouw en kind zou hebben. In ieder geval moesten wij als achtergebleven Golddiggers, zelf weer zien hoe we aan ons geld moesten komen

 

 

 

 

 

 

Pin It