De doodstraf
B. wilde met zijn hoofd tegen de tralies beuken, maar hij wist dat het zijn ondergang alleen maar dichterbij zou brengen. Het dreunde voortdurend door zijn hoofd, hij kon het niet stopzetten:” Stelletje schoften, het is gebeurd met me” Hij voelde het angstzweet over zijn rug lopen, hij rilde bij iedere gedachte wat er ging gebeuren. Als er een hel op aarde zou bestaan dan moest het wel deze godvergeten plek zijn. In de onderaardse spookachtige ruimtes hing een penetrante stank en rioollucht.
Met zijn dertigen zaten ze opgepropt in een kleine ruimte. Het enige wat hoorbaar was, was het doordringende onmenselijke gekrijs van volwassen mensen die in de ruimte ernaast op de meest wrede manier gemarteld werden. Volwassen mannen die in doodsnood om hun moeder riepen! B. wist dat het een kwestie van tijd was voordat hij aan zijn haren naar die folterplek gesleept zou worden.
De opstand was mislukt. Alles was verkeerd gegaan. Ze hadden zich tot het laatst toe met man en macht verdedigd, maar de overmacht was te groot. De verliezen bij de onderdrukker waren aanzienlijk maar hij realiseerde zich dat het afgelopen was. Hij zou op een afschuwelijke manier gefolterd worden totdat hij zou smeken om gedood te worden. B. hoorde het gevreesde geluid van naderende voetstappen en wist instinctief dat ze voor hem kwamen. Twee potige cipiers sleurde hem de cel uit en schopte hem een kamer in waar de hoofdcipier zat.
“Je bent vrij “ snauwde hij. Hoe je het voor elkaar gekregen hebt weet ik niet, maar er is een vuil politiek spelletje gespeeld. Ze hebben iemand anders in je plaats veroordeeld. Maar jij en ik weten dat jij die soldaten gedood hebt, klootzak! Reken maar dat we je gauw weer terug zien en dan krijg je voor twee keer een beurt!
B. Werd verblind door het zonlicht toen hij buiten stond. Hij kon het niet geloven: geen martelingen, geen langzame pijnlijke dood maar vrijheid! Hij strompelde door de straten naar zijn oude companen en vrienden. Ze vierden tot diep in de nacht zijn vrijheid.
Tegen de middag werd hij met een knallende kater wakker. Hij werd wakker door een hoop herrie op straat. Toen hij naar buiten ging zag hij vanuit de Stefanuspoort een stoet op zich af komen. Hij hoorde het gejank en gejerimieer van een hoop vrouwen vermengd met het geschreeuw van soldaten en het gejoel van toeschouwers. Toen de stofwolk optrok zag hij een jonge man die op een afschuwelijke manier gemarteld was. Zijn hele lichaam was overdekt met bloeduitstortingen. Uit de striemen van de talrijke zweepslagen sijpelde het bloed naar beneden.
Half naakt was hij aan een 34 kg zware balk vastgebonden en hij sleepte zich half bewusteloos, half in shock voort. Ze hadden een doornen kroon op zijn hoofd gedrukt , zodat zijn hele hoofd met bloed doordrenkt was.
Zo sleepte hij zich 600 meter voort naar zijn executieplaats waar hem een vreselijke dood wachtte, namelijk door kruisiging. B. verschool zich achter de joelende mensen langs de kant.
Toen de veroordeelde hem leek te passeren gebeurde er iets bijzonders. De man richtte zich op met zijn laatste krachten en keek zoekend rond totdat hij B. vond. Deze werd door die blik totaal
omvergeblazen . Die blik sneed dwars door zijn ziel, die daardoor helemaal open gelegd werd. Het verscheurde zijn hart zo dat hij een stekende fysieke pijn voelde. Zijn hele wezen werd ontbloot door die majestueuze blik. Een ogenblik leek de tijd stil te staan. In zijn ondraaglijke pijnen had de gefolterde hem met een onmetelijke liefdevolle blik aangekeken. Hij voelde de onhoorbare stem die door zijn gehele lichaam en ziel resoneerde.
BARABBAS UIT LIEFDE VOOR JOU BEN iK IN JOUW PLAATS GEGAAN!